donderdag 25 december 2014

Kerst wens

toch nog 920 woorden |
Fijn hè. Kerstmis. Eindelijk een paar vrije dagen, midden in de winterse zonnewende. Geniet ervan. 

Het belang hiervan wordt je gelijk duidelijk als je naar buiten stapt -tussen de buien door- en de vrolijke wolken ziet dansen; zoiets moois laadt ons op.

Er is veel over dit moment te zeggen en dat doe ik nu ook.

Winter is traditioneel een periode die uitnodigt tot introspectie; “naar binnen gaan” dus. Letterlijk en figuurlijk. Naar jezelf en ook gezamenlijk, wanneer je daaraan toe bent.  



Functionele boosheid over frustratie


Kreeg een vroege mail over “hoe om te gaan met kinderen” en hoe kinderen stil of luid protest laten zien tegen onnodig verbaal geweld en denk aan mijn eigen kinderen en hoe fijn ze het hebben. We vielen gister samen in slaap na een leuke tekenfilm. Ik althans. Temidden van twee warme kinderlijfjes. Dr zijn hier geen regels anders dan wat van binnen komt. Dus daar wachten we op en tot die tijd zeuren we niet over dingen die er niet toe doen. Hier luisteren we naar elkaar en stellen vragen, vanuit belangstelling. Ruimte dus. En we geven elkaar op de kop als we bij onszelf wegschieten en zeggen dan: “Maak even een wandeling  om bij jezelf terug te komen. Tot straks.” Zo leven is een uitnodiging om te verbinden met het zelf en anderen.

Het is nog vroeg, ik open de voordeur. Wát een mooie lucht, ik speur zon. De eerste verdwaasd langslopende passanten melden zich. Mensen die zich al in hun auto hebben gehesen passeren mij, onwillig. Twee joggers strompelen voorbij, een echtpaar met weinig techniek -ze lijken vooruit te vallen- maar wisselen rustig wat woorden uit en dat komt goed over. We groeten.

Terug binnen overvalt mij hoe heel Nederland inmiddels denkt aan z'n partner of het gemis eraan en wil graag van bil, of is net geweest, of moet nog. Of wil opnieuw. Maja, de kinderen hè. Maja, uitslapen hè. Maja, of welke andere redenen van “nu even niet” dan ook. Hoe dan ook kan het opvallend tegenvallen. Het gaat niet om bil, zeker niet van een ander. Het gaat om introspectie; het “bij jezelf zijn” - dus om wezenlijk contact met je-zelf te maken. Met jouw eigen wezen dus. Dat we daar een ander voor nodig hebben geeft aan dat we “het” -levensgeluk- consequent buiten onszelf zoeken. Kan nogal een teleurstelling opleveren, dat weet je. Dan helpt wellicht een wandeling om op je zelf te zijn en jezelf te hervinden.

Zit duidelijk nog met de naweeën van die email. De frustratie van dat gezin speelt mij parten; de behoeften worden niet gezien. Ik voel boosheid over die frustratie. Functionele boosheid want het wijst mij ergens op:


“We hebben vaak iets in ons hoofd waaraan een ánder moet voldoen”

“We hebben vaak iets in ons hoofd waaraan een ánder moet voldoen”, valt mij in. Dan is er geen ruimte voor wat de ander wil; de be-leving van de ander, de behoefte van een ander wordt niet begrepen en zelfs volledig gemist. Zie je hoe erg dat is? Eigenlijk een vorm van geweld aandoen.

Mooi inzicht toch? Laat dat gerust tijdens kerstmis te voorschijn komen. Een beter moment voor introspectie kan toch niet?



Kerst-missss


Kerstmis heet de mis van Christ' oftewel God's zoon's geboorte maar blijkt ook stomtoevallig een perfecte verwoording van de astrologie te zijn geweest van dat ene moment, tweeduizend jaar geleden. Geen wonder, dat Wijzen Uit het Oosten-verhaal moet ergens op gebaseerd zijn. Mensen verzinnen niet zo heel veel zelf maar vervormen graag een boodschap uit eigen belang. (Las dit ooit, weet niet meer waar; misschien vind jij er de link wel bij)

Het wachten is op het gelui van kerkklokken om dat verneukte concept kracht bij te zetten. En ja hoor. Half tien de eerste. Ik zucht.

Wanneer de eerste kerkklokken hardnekkig worden afgetrokken bespeurde ik melancholie; boosheid; ongedurigheid. Ik moest naar buiten en liep richting rivier om mezelf uit te laten en daarmee ruimte te geven aan deze ingevingen. Op een steiger word ik direct omringd door talloze vliegbeesten. Ze maken allemaal contact. Twee zwanen komen tot vlakbij en sissen me wat toe. Alles roept: “Hebbi eten bij je?”

Introspectie doe je niet in een kerk. Introspectie is een persoonlijke aangelegenheid en die doe je zelf. Een kerk brengt geen hoop; kerk brengt niets anders dan verwarring. Verdeel en heers en geef-me-je-geld. En hun volgelingen willen je overtuigen met hun eigen onvermogen om niet op eigen benen te staan en slaan je met hun onzinnige gedachtenkronkels tot bloedens toe om de oren.

Ben er goed kwaad over. Over wat ik zie en voel van het collectief. Is het de domheid of manipuleerbaarheid van mensen of de slechtheid van kerken? Ik besluit dat het het tijdperk is geweest en dat we er nu weer van terug te komen hebben.
De rivier met de blauwe lucht doet wonderen. De dialoog ook. Ik kom tot bedaren. Mijn kouwe vingers herinneren mij aan mijn nog lege lichaam, ik loop terug en maak croissantjes klaar met olijfolie en ander lekkers voor mijn kinderen en ze reageren verheugd in blijde afwachting.

Met die kerk en z'n eeuwenlange wurggreep ben ik nog niet klaar. Immers, jij ook niet. Iedereen zit onder de plak ervan omdat sindsdien niemand meer stabiel bij zichzelf is en als een kip-zonder-kop in de rondte rent en z'n wensen en ongenoegen bij anderen legt. Werk genoeg nog, de komende honderd jaar nog wel wellicht. Maar misschien kan het ook in tien. Maak ik het allemaal ook nog mee. De ommekeer. Kan niet wachten.++

Geen opmerkingen:

Een reactie posten